(Wees)meisjes uit kansarme families vormen onze eerste doelgroep. Zij zijn afkomstig uit sloppenwijken en afgelegen dorpen in en rond Cox’s Bazar (CxB) en Ramu enerzijds en van het minderhedengebied van de Hill Tracts anderzijds. Zij verblijven in het tehuis in Ramu-Ramkot. E.I.B. voorziet in studiebeurzen voor kost en inwoon, studie- en medische kosten, enz.. Cox’s Bazar en Ramu liggen aan de grens met Birma, tegen de Golf van Bengalen, op 4 uur rijden van de eerste grote stad (Chittagong), en op 10 uur rijden van de hoofdstad Dhaka. Er loopt slechts 1 ‘snelweg’ van het zuiden naar Dhaka. Wanneer de baan in het regenseizoen onder water staat, is de streek vaak gedurende meerdere dagen afgesloten van de rest van het land.

De Cox’s Bazar regio is een van de meest achtergebleven gebieden van Bangladesh. Er zijn geen goede scholen. Jongeren trekken weg naar de grote steden op zoek naar een goed betaalde job. Leraren in Cox’s Bazar zijn nauwelijks getraind en kunnen amper les geven. Engels is de tweede taal in Bangladesh, maar er zijn geen leraren Engels te vinden in de hele regio.

Elektriciteit is, net zoals in het overgrote deel van het land, een probleem. Telefoonverbindingen zijn slecht, er is een gsm-netwerk dat slechts gedeeltelijk werkt.

Cox’ Bazar staat niet enkel bekend als “the tourist spot” voor de Bengalen, maar het volledige kustgebied wordt geteisterd door cyclonen, overstromingen en aardbevingen en er is tsunami-gevaar. De regio is ook berucht omwille van de (wapen)smokkel en mensenhandel.

(PS. Bengaal/Bengalen: zijn Bengaals sprekenden; Bengalees/Bengalezen: zijn inwoners van Bangladesh, o.a. minderheden die geen Bengaals spreken).